Frans
Uitgebreide vertaling voor pasteuriser (Frans) in het Nederlands
pasteuriser:
pasteuriser werkwoord (pasteurise, pasteurises, pasteurisons, pasteurisez, pasteurisent, pasteurisais, pasteurisait, pasteurisions, pasteurisiez, pasteurisaient, pasteurisai, pasteurisas, pasteurisa, pasteurisâmes, pasteurisâtes, pasteurisèrent, pasteuriserai, pasteuriseras, pasteurisera, pasteuriserons, pasteuriserez, pasteuriseront)
-
pasteuriser
pasteuriseren-
pasteuriseren werkwoord (pasteuriseer, pasteuriseert, pasteuriseerde, pasteuriseerden, gepasteuriseerd)
-
Conjugations for pasteuriser:
Présent
- pasteurise
- pasteurises
- pasteurise
- pasteurisons
- pasteurisez
- pasteurisent
imparfait
- pasteurisais
- pasteurisais
- pasteurisait
- pasteurisions
- pasteurisiez
- pasteurisaient
passé simple
- pasteurisai
- pasteurisas
- pasteurisa
- pasteurisâmes
- pasteurisâtes
- pasteurisèrent
futur simple
- pasteuriserai
- pasteuriseras
- pasteurisera
- pasteuriserons
- pasteuriserez
- pasteuriseront
subjonctif présent
- que je pasteurise
- que tu pasteurises
- qu'il pasteurise
- que nous pasteurisions
- que vous pasteurisiez
- qu'ils pasteurisent
conditionnel présent
- pasteuriserais
- pasteuriserais
- pasteuriserait
- pasteuriserions
- pasteuriseriez
- pasteuriseraient
passé composé
- ai pasteurisé
- as pasteurisé
- a pasteurisé
- avons pasteurisé
- avez pasteurisé
- ont pasteurisé
divers
- pasteurise!
- pasteurisez!
- pasteurisons!
- pasteurisé
- pasteurisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor pasteuriser:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| pasteuriseren | pasteuriser |