Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pluie:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor pluie (Frans) in het Nederlands

pluie:

pluie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pluie (avalanche; averse)
    de regen; het hemelwater; de neerslag
    • regen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hemelwater [het ~] zelfstandig naamwoord
    • neerslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pluie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hemelwater avalanche; averse; pluie
neerslag avalanche; averse; pluie dépôts; marcs; résidus; sédiments
regen avalanche; averse; pluie

Synoniemen voor "pluie":


Wiktionary: pluie

pluie
noun
  1. ensemble de gouttes d’eau dues à la condensation de la vapeur d’eau de l'atmosphère, qui tombent du ciel sur la terre.

Cross Translation:
FromToVia
pluie regen Regen — Niederschlag vom Himmel in Form von Wassertropfen
pluie regen rain — condensed water from a cloud

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van pluie