Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. quand:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor quand:
    • waneer, wanner


Frans

Uitgebreide vertaling voor quand (Frans) in het Nederlands

quand:

quand bijvoeglijk naamwoord

  1. quand
    wanneer
  2. quand (lorsque)
    toen
    • toen bijvoeglijk naamwoord
  3. quand (en ce temps-là; alors)
    toentertijd; indertijd; destijds; toen; toenmaals

Vertaal Matrix voor quand:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
destijds alors; en ce temps-là; quand
indertijd alors; en ce temps-là; quand
toenmaals alors; en ce temps-là; quand
toentertijd alors; en ce temps-là; quand
wanneer quand
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toen alors; en ce temps-là; lorsque; quand

Synoniemen voor "quand":


Wiktionary: quand

quand
conjunction
  1. lorsque, dans le temps que.
quand
conjunction
  1. wanneer
adverb
  1. vraagwoord dat naar een tijdstip vraagt

Cross Translation:
FromToVia
quand toen; dan alsdie Zeitfolge betreffend
quand wanneer wann — zu welchem Zeitpunkt
quand wanneer when — direct question
quand wanneer when — indirect question
quand wanneer when — at what time
quand als; wanneer when — at such time as
quand toen when — at a time in the past
quand wanneer when — what time; which time

Verwante vertalingen van quand