Frans
Uitgebreide vertaling voor reculer devant (Frans) in het Nederlands
reculer devant:
-
reculer devant (décroître; diminuer; avoir un mouvement de recul; se décourager; caner; perdre courage)
terugdeinzen; achteruitgaan; terugschrikken; terugwijken; achteruitdeinzen-
achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
-
terugschrikken werkwoord (schrik terug, schrikt terug, schrok terug, schrokken terug, teruggeschrokken)
-
achteruitdeinzen werkwoord (deins achteruit, deinst achteruit, deinsde achteruit, deinsden achteruit, achteruitgedeinsd)
-
reculer devant
terugschrikken voor-
terugschrikken voor werkwoord (schrik terug voor, schrikt terug voor, schrok terug voor, schrokken terug voor, terugeschrokken voor)
-
Vertaal Matrix voor reculer devant:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
achteruitgaan | diminution de force; décroissement de force | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
achteruitdeinzen | avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager | |
achteruitgaan | avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager | amoindrir; baisser; diminuer; décliner; décroître; dégénérer; dépraver; pourrir; périr; réduire; régresser; s'abâtardir; se corrompre; se dégrader; se restreindre; sombrer |
terugdeinzen | avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager | |
terugschrikken | avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager | |
terugschrikken voor | reculer devant | |
terugwijken | avoir un mouvement de recul; caner; diminuer; décroître; perdre courage; reculer devant; se décourager |