Frans
Uitgebreide vertaling voor robuste (Frans) in het Nederlands
robuste:
-
robuste (costaud; robustement; solide; fort; fortement; d'importance)
-
robuste (costaud; fort; solide)
-
robuste (fiable; solide; résistant)
betrouwbaar; deugdelijk; degelijk-
betrouwbaar bijvoeglijk naamwoord
-
deugdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
degelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
robuste (costaud; énorme; volumineux)
breed; uit de kluiten gewassen; fors-
breed bijvoeglijk naamwoord
-
uit de kluiten gewassen bijvoeglijk naamwoord
-
fors bijvoeglijk naamwoord
-
-
robuste (costaud; fort; solide; solidement)
-
robuste (qui a une grosse ossature)
grofgebouwd-
grofgebouwd bijvoeglijk naamwoord
-
-
robuste (vigoureux; ferme; fort; costaud; fermement; solide; stable; inébranlable; solidement)
-
robuste (solide; résistant; fort; ferme)
-
robuste (d'importance; substantiel; fortement; fort; solide)
behoorlijk; danig; duchtig-
behoorlijk bijvoeglijk naamwoord
-
danig bijvoeglijk naamwoord
-
duchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
robuste (vigoureusement; fort; vigoureux)
-
robuste (très sain; sain)
-
robuste (fort)
Vertaal Matrix voor robuste:
Synoniemen voor "robuste":
Wiktionary: robuste
robuste
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• robuste | → degelijk | ↔ robust — hartem Umgang/Einsatz standhalten; qualitativ hochwertig |
• robuste | → degelijk | ↔ robust — unanfällig gegen Störung |
• robuste | → robuust; degelijk | ↔ robust — evincing strength |
• robuste | → potig | ↔ rugged — vigorous, robust |
• robuste | → stoer; potig | ↔ sturdy — solid in structure or person |