Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. totalité:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor totalité (Frans) in het Nederlands

totalité:

totalité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la totalité (état complet)
    het geheel; de volledigheid; de totaliteit; alles; de gezamenlijkheid; de volkomenheid; voltalligheid; het totaal; de eenheid

Vertaal Matrix voor totalité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alles totalité; état complet
eenheid totalité; état complet analogie; corps d'armée; similitude; uniformité; unité; unité d'armée
geheel totalité; état complet
gezamenlijkheid totalité; état complet
totaal totalité; état complet
totaliteit totalité; état complet absoluité; caractère absolu
volkomenheid totalité; état complet excellence; perfection
volledigheid totalité; état complet complétude; exhaustivité; fait d'être complet
voltalligheid totalité; état complet
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geheel sans exception
totaal approfondi; complet; complètement; d'une manière sensée; en profondeur; entier; entièrement; profond; profondément; total; totalement; très approfondi; très poussé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alles en totalité; entier; entièrement; intégral; intégralement; total; totalement; tous; tous ensemble; tout; toute; toutes

Synoniemen voor "totalité":


Wiktionary: totalité

totalité
noun
  1. het totaal zijn, alles bij elkaar, het geheel

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van totalité