Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. traducteur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor traducteur (Frans) in het Nederlands

traducteur:

traducteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le traducteur (interprète)
    de vertaler
    • vertaler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le traducteur (interprète; commentateur)
    de vertolker
  3. le traducteur (interprète; commentateur; traductrice; démonstrateur)
    de vertolkster

Vertaal Matrix voor traducteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vertaler interprète; traducteur
vertolker commentateur; interprète; traducteur
vertolkster commentateur; démonstrateur; interprète; traducteur; traductrice
- convertisseur

Synoniemen voor "traducteur":


Wiktionary: traducteur

traducteur
noun
  1. Personne qui traduit un texte d’une langue en une autre
traducteur
noun
  1. een persoon die geschreven tekst vertaalt van één taal naar een andere

Cross Translation:
FromToVia
traducteur vertaler; vertaalster translator — someone who translates