Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. travaillant:


Frans

Uitgebreide vertaling voor travaillant (Frans) in het Nederlands

travaillant:

travaillant bijvoeglijk naamwoord

  1. travaillant (actif; travailleur; labourieusement; activement)
    actief; bedrijvig; werkzaam; arbeidend; arbeidzaam; werkend; bezig
  2. travaillant
    hardwerkend

Vertaal Matrix voor travaillant:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actief actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur actif; active; activement; affairé; agissant; animé; avec beaucoup d'énergie; avec vivacité; diligemment; diligent; dynamique; laborieuse; laborieusement; laborieux; occupé; remuant; travailleur; vif; vive; vivement; énergique; énergiquement
arbeidzaam actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur actif; laborieux; travailleur
bedrijvig actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; laborieuse; laborieusement; laborieux; occupé; travailleur
bezig actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; laborieuse; laborieusement; laborieux; occupé; travailleur
hardwerkend travaillant
werkend actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur
werkzaam actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbeidend actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur

Synoniemen voor "travaillant":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van travaillant