Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. armature:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor armature (Frans) in het Zweeds

armature:

armature [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'armature (armement; feraillage; équipement)
    utrustning; rustning; bestyckning; beväpning
  2. l'armature (ancre)
    väggankare; ankare
  3. l'armature (pâte; saisie; garniture; ferrure; fermoir)
    smet
    • smet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor armature:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ankare ancre; armature ancre; ancre flottante; ancres; grappins
bestyckning armature; armement; feraillage; équipement
beväpning armature; armement; feraillage; équipement arme; fusil; moyen guerrier; pistolet
rustning armature; armement; feraillage; équipement armure
smet armature; fermoir; ferrure; garniture; pâte; saisie
utrustning armature; armement; feraillage; équipement aménagement; appareil; armement; collier; dispositif; harnais; instrument; instruments; matériel; outil; outillage; outils; pièce d'équipement; pièces d'équipement; renforcement de l'armement; ustensiles; équipement
väggankare ancre; armature

Synoniemen voor "armature":


Wiktionary: armature


Cross Translation:
FromToVia
armature bjälklag; stomme frame — structural elements of a building or other constructed object
armature ställning; stång GestängeVerbund von Stangen, um etwas zu stützen, zu tragen oder zusammenhalten

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van armature