Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bambocheur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bambocheur (Frans) in het Zweeds

bambocheur:

bambocheur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le bambocheur (fétard; joyeux luron)
    rucklare; liderlig sälle
  2. le bambocheur (bon vivant; noceur; viveur; vadrouilleur; vieux marcheur)
    hålligångare; festare; rumlare

Vertaal Matrix voor bambocheur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
festare bambocheur; bon vivant; noceur; vadrouilleur; vieux marcheur; viveur
hålligångare bambocheur; bon vivant; noceur; vadrouilleur; vieux marcheur; viveur gastronomes; goinfres; gourmands; gourmets; rigolos
liderlig sälle bambocheur; fétard; joyeux luron
rucklare bambocheur; fétard; joyeux luron
rumlare bambocheur; bon vivant; noceur; vadrouilleur; vieux marcheur; viveur bacchanale; beuverie; bluffeur; gastronomes; goinfres; gourmands; gourmets; libations; orgie; paradeur; rigolos; vantard

Synoniemen voor "bambocheur":


Computer vertaling door derden: