Blessé in het Zweeds vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

blessé:
- skadad; sårad; skadat; sårat; berört; rörd; rört; träffat; träffad; skadskjutet; förolämpad; stöttat; förolämpat
- olycksfall; skadad; sårad person
Wiktionary:
- blessé → skadad, sårad

Frans

Uitgebreide vertaling voor blessé (Frans) in het Zweeds

blessé:

blessé bijvoeglijk naamwoord

blessé (touché; atteint)
skadad; sårad
- skadad bijvoeglijk naamwoord
- sårad bijvoeglijk naamwoord
blessé (avarié; en lambeaux; abîmé; endommagé; mangé des mites; délabré; détérioré; en pièces; variolé)
sårad; skadat; sårat
- sårad bijvoeglijk naamwoord
- skadat bijvoeglijk naamwoord
- sårat bijvoeglijk naamwoord
blessé (touché au vif; piqué; atteint; offensé; profondément blessé)
berört; rörd; rört
- berört bijvoeglijk naamwoord
- rörd bijvoeglijk naamwoord
- rört bijvoeglijk naamwoord
blessé (atteint; touché)
träffat; sårad; träffad; sårat; skadskjutet
- träffat bijvoeglijk naamwoord
- sårad bijvoeglijk naamwoord
- träffad bijvoeglijk naamwoord
- sårat bijvoeglijk naamwoord
- skadskjutet bijvoeglijk naamwoord
blessé (offensé; profondément blessé)
förolämpad; stöttat; förolämpat
- förolämpad bijvoeglijk naamwoord
- stöttat bijvoeglijk naamwoord
- förolämpat bijvoeglijk naamwoord

blessé [le ~] zelfstandig naamwoord

le blessé (victime; accidenté)
olycksfall; skadad; sårad person
- olycksfall [-ett] zelfstandig naamwoord
- skadad zelfstandig naamwoord
- sårad person zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blessé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
olycksfall	accidenté; blessé; victime	victime de la route
skadad	accidenté; blessé; victime
sårad	accidenté; blessé; victime
sårad person	accidenté; blessé; victime
träffad		forer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
berört	atteint; blessé; offensé; piqué; profondément blessé; touché au vif
förolämpad	blessé; offensé; profondément blessé	offensé; outragé; piqué au vif; vexé
förolämpat	blessé; offensé; profondément blessé
rörd	atteint; blessé; offensé; piqué; profondément blessé; touché au vif	affecté; avec affectation; d'une manière affectée; touché; émotif; ému
rört	atteint; blessé; offensé; piqué; profondément blessé; touché au vif	affecté; touché; émotif; ému
skadad	atteint; blessé; touché	abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; déchiré; délabré; détraqué; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu; troué; variolé
skadat	abîmé; avarié; blessé; délabré; détérioré; en lambeaux; en pièces; endommagé; mangé des mites; variolé	abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; déchiré; délabré; détraqué; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; lacéré; rompu; troué; variolé
skadskjutet	atteint; blessé; touché
stöttat	blessé; offensé; profondément blessé
sårad	abîmé; atteint; avarié; blessé; délabré; détérioré; en lambeaux; en pièces; endommagé; mangé des mites; touché; variolé	contrarié; touché au vif
sårat	abîmé; atteint; avarié; blessé; délabré; détérioré; en lambeaux; en pièces; endommagé; mangé des mites; touché; variolé	contrarié; touché au vif
träffad	atteint; blessé; touché
träffat	atteint; blessé; touché

Synoniemen voor "blessé":

accidenté; inégal; agité; éclopé; estropié; invalide; mutilé; ébloui; aveuglé; brillé; rayonné; irradié; étincelé; boiteux; infirme; bancal; entaillé; coché; coupé; creusé; ébréché; écorné; incisé; mortaisé; éraillé; usé; éraflé; égratigné; impotent; abolit; meurtri; écrasé; froissé; foulé; contusionné; victime; martyr; souffre-douleur; mort; tué

Wiktionary: blessé

Cross Translation:

From	To	Via
• blessé	→ skadad; sårad	↔ hurt — wounded, injured

Verwante vertalingen van blessé

profondément blessé

Remove Ads

Vertaal blessé van Frans naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor blessé (Frans) in het Zweeds

blessé:

blessé bijvoeglijk naamwoord

blessé (touché; atteint)

blessé (avarié; en lambeaux; abîmé; endommagé; mangé des mites; délabré; détérioré; en pièces; variolé)

blessé (touché au vif; piqué; atteint; offensé; profondément blessé)

blessé (atteint; touché)

blessé (offensé; profondément blessé)

blessé [le ~] zelfstandig naamwoord

le blessé (victime; accidenté)

Vertaal Matrix voor blessé:

Synoniemen voor "blessé":

Wiktionary: blessé

Verwante vertalingen van blessé