Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. brièveté:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor brièveté (Frans) in het Zweeds

brièveté:

brièveté [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la brièveté (concision)
    koncentration; korthet
  2. la brièveté
    kortvarigt
  3. la brièveté (fugacité; inexactitude; caractère superficiel; manque de profondeur)
    sammanfattad
  4. la brièveté (légèreté; gaieté; imprudence; )
    sorglöshet

Vertaal Matrix voor brièveté:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koncentration brièveté; concision concentration; se concentrer
korthet brièveté; concision aigreur; caractère acrimonieux; humeur de chipie
kortvarigt brièveté
sammanfattad brièveté; caractère superficiel; fugacité; inexactitude; manque de profondeur
sorglöshet brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil frivolité; insouciance; laisser-aller; légèreté; nonchalance
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kortvarigt temporaire

Synoniemen voor "brièveté":


Wiktionary: brièveté


Cross Translation:
FromToVia
brièveté korthet; ordknapphet Kürze — Sparsamkeit mit Worten
brièveté på kort tid; inom kort Kürze — ein kleiner Zeitraum