Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. césure:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor césure (Frans) in het Zweeds

césure:

césure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la césure (encoche; coupure; incision; entaille; cran)
    inskuren
  2. la césure (encoche; coupure; entaille; )
    skåra; repa; hack
    • skåra [-en] zelfstandig naamwoord
    • repa [-en] zelfstandig naamwoord
    • hack [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. la césure (taillade; pause; tartre)
    cesur
    • cesur zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor césure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cesur césure; pause; taillade; tartre
hack balafre; coche; coupure; césure; encoche; entaille; estafilade; incision; taillade arrachement; coche; dent; déchirure; encochage; encoche; entaille; fente; incisions; morceaux; rainure; tranches
inskuren coupure; cran; césure; encoche; entaille; incision
repa balafre; coche; coupure; césure; encoche; entaille; estafilade; incision; taillade
skåra balafre; coche; coupure; césure; encoche; entaille; estafilade; incision; taillade arrachement; balafre; coche; coup de hache; coupure; dent; déchirure; encochage; encoche; entaille; fente; incisions; morceaux; rainure; tranches
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skåra encocher; entailler; graver; inciser; tailler

Synoniemen voor "césure":


Wiktionary: césure


Cross Translation:
FromToVia
césure cesur caesura — a pause or interruption
césure avstavning Silbentrennung — Möglichkeit der Abtrennung einer oder mehrerer Silben eines Wortes durch Divise, um den Raum einer Zeile möglichst gut zu nutzen. Die Trennung orientiert sich weitgehend, aber keineswegs immer an den Silben.