Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cadeau:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cadeau (Frans) in het Zweeds

cadeau:

cadeau [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cadeau (présent; petit cadeau; gentillesse; )
    gåva; present
    • gåva [-en] zelfstandig naamwoord
    • present [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le cadeau (donation; don; présent)
    skänka; ge bort

Vertaal Matrix voor cadeau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ge bort cadeau; don; donation; présent donner
gåva cadeau; don; dons; gentillesse; petit cadeau; petit rien; présent cadeau d'anniversaire; don; donation; gentillesse; petit cadeau; petit rien; présent
present cadeau; don; dons; gentillesse; petit cadeau; petit rien; présent
skänka cadeau; don; donation; présent
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ge bort donner; faire cadeau de
skänka accorder; avantager; donner; faire présent de; faire un don; favoriser; gratifier; privilégier; verser
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
present présent!

Synoniemen voor "cadeau":


Wiktionary: cadeau

cadeau
noun
  1. présent, objet que l’on offrir à quelqu’un sans rien attendre en retour, dans l'intention de le surprendre ou de lui être agréable.

Cross Translation:
FromToVia
cadeau skänk; gåva; present gift — Something given to another voluntarily, without charge
cadeau gåva; present kado — iets dat men iemand geeft, meestal ter gelegenheid van een speciale gebeurtenis
cadeau gåva Gabe — ein Geschenk, Präsent, Almosen, eine Spende
cadeau gåva; present Geschenk — Übertragung des Eigentums an einer Sache ohne Erwartung einer Gegenleistung
cadeau gåva; present Geschenk — die in Form eines Geschenkes[1] überlassene Sache (oft liebevoll verpackt)
cadeau present Giftveraltet: Geschenk
cadeau gåva; skänk Angebindeveraltet: Geschenk

Verwante vertalingen van cadeau