Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cultivateur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cultivateur (Frans) in het Zweeds

cultivateur:

cultivateur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cultivateur (producteur; éleveur; fabricant)
    producent
  2. le cultivateur (agriculteur; paysan; fermier; )
    bonde; jordreformivrare; agrar
  3. le cultivateur (horticulteur; éleveur; pépiniériste; producteur)
    odlare
    • odlare [-en] zelfstandig naamwoord
  4. le cultivateur (horticulteur; maraîcher)
  5. le cultivateur (agriculteur; fermier; paysan)
    bonde
    • bonde [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cultivateur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agrar agriculteur; cultivateur; fermier; paysan; plouc; péquenot; rustre; valet de ferme
bonde agriculteur; cultivateur; fermier; paysan; plouc; péquenot; rustre; valet de ferme pion
jordreformivrare agriculteur; cultivateur; fermier; paysan; plouc; péquenot; rustre; valet de ferme
odlare cultivateur; horticulteur; producteur; pépiniériste; éleveur
producent cultivateur; fabricant; producteur; éleveur architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur
trädgårdskultiverare cultivateur; horticulteur; maraîcher

Synoniemen voor "cultivateur":


Wiktionary: cultivateur


Cross Translation:
FromToVia
cultivateur bonde farmer — person who works the land or who keeps livestock

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van cultivateur