Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fainéantise:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fainéantise (Frans) in het Zweeds

fainéantise:

fainéantise [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fainéantise (indolence; paresse)
    lathet
    • lathet [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la fainéantise (inaction)
    dagdriveri; slöande
  3. la fainéantise (indolence)
    lojhet; indolens; slöhet
    • lojhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • indolens [-en] zelfstandig naamwoord
    • slöhet [-en] zelfstandig naamwoord
  4. la fainéantise (paresse; inaction)
    lathet; lättja; slöhet
    • lathet [-en] zelfstandig naamwoord
    • lättja [-en] zelfstandig naamwoord
    • slöhet [-en] zelfstandig naamwoord
  5. la fainéantise (paresse)
    arbetssky

Vertaal Matrix voor fainéantise:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetssky fainéantise; paresse
dagdriveri fainéantise; inaction hésitations; lenteurs; retards; traînerie
indolens fainéantise; indolence
lathet fainéantise; inaction; indolence; paresse
lojhet fainéantise; indolence
lättja fainéantise; inaction; paresse balivernes; bigoterie; indifférence; indolence; tracasserie; vétilles
slöande fainéantise; inaction assoupissement; demi-sommeil; rêvasserie; somme; somnolence
slöhet fainéantise; inaction; indolence; paresse apathie; caractère terne; faiblesse; indifférence; indolence; lourdeur; manque d'énergie; paresse

Synoniemen voor "fainéantise":


Wiktionary: fainéantise


Cross Translation:
FromToVia
fainéantise slöhet; lättja Faulheit — innere Grundstimmung oder Geisteshaltung, nichts Mühsames tun zu wollen