Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fauché:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fauché (Frans) in het Zweeds

fauché:

fauché bijvoeglijk naamwoord

  1. fauché (à sec)
    utblottat; pank
  2. fauché (bredouille; raide)
    pank
    • pank bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor fauché:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pank bredouille; fauché; raide; à sec sans argent
utblottat fauché; à sec

Wiktionary: fauché


Cross Translation:
FromToVia
fauché pank broke — lacking money; bankrupt
fauché pank broken — having no money
fauché bankrutt machulleumgangssprachlich und mundartlich: bankrott