Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gagne-pain:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor gagne-pain (Frans) in het Zweeds

gagne-pain:

gagne-pain [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le gagne-pain (soutien de famille; chef de famille)
    inkomsttagare

Vertaal Matrix voor gagne-pain:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inkomsttagare chef de famille; gagne-pain; soutien de famille

Synoniemen voor "gagne-pain":


Wiktionary: gagne-pain

gagne-pain
noun
  1. Ce qui fait subsister quelqu’un
  2. Personne qui en fait subister d’autres

Cross Translation:
FromToVia
gagne-pain familjeförsörjare breadwinner — primary income-earner in a household
gagne-pain levebröd livelihood — means of supporting oneself

Verwante vertalingen van gagne-pain