Impartial in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

impartial:
- jämnlik; neutralt; jämnlikt; oberoende; objektivt; opartisk; opartiskt; mottaglig; mottagligt; fördomsfritt; lika; ofördomsfull; ofördomsfullt
Wiktionary:
- impartial → opartisk
- impartial → opartisk, neutral

Frans

Uitgebreide vertaling voor impartial (Frans) in het Zweeds

impartial (neutre; objectif; impartialement)
jämnlik; neutralt; jämnlikt
- jämnlik bijvoeglijk naamwoord
- neutralt bijvoeglijk naamwoord
- jämnlikt bijvoeglijk naamwoord
impartial (objectif; objectivement)
oberoende; objektivt; opartisk; neutralt; opartiskt
- oberoende bijvoeglijk naamwoord
- objektivt bijvoeglijk naamwoord
- opartisk bijvoeglijk naamwoord
- neutralt bijvoeglijk naamwoord
- opartiskt bijvoeglijk naamwoord
impartial (sans préjugé; sans parti pris)
mottaglig; mottagligt; fördomsfritt
- mottaglig bijvoeglijk naamwoord
- mottagligt bijvoeglijk naamwoord
- fördomsfritt bijvoeglijk naamwoord
impartial (indifférent; laconique; froid; indifféremment; neutre; invariable)
lika
- lika bijvoeglijk naamwoord
impartial (non prévenu; hardi; sans préjugés; franc; sans parti pris)
ofördomsfull; ofördomsfullt
- ofördomsfull bijvoeglijk naamwoord
- ofördomsfullt bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lika		pareil; égal
oberoende		autonomie; indépendance
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fördomsfritt	impartial; sans parti pris; sans préjugé
jämnlik	impartial; impartialement; neutre; objectif
jämnlikt	impartial; impartialement; neutre; objectif
lika	froid; impartial; indifféremment; indifférent; invariable; laconique; neutre	ainsi que; analogue; comme; conforme; conformément; correspondant; de même que; homogène; identique; identiquement; la même; la même chose; le même; même; pareil; similaire; égal
mottaglig	impartial; sans parti pris; sans préjugé	responsable; sensible; susceptible
mottagligt	impartial; sans parti pris; sans préjugé	responsable; sensible; susceptible
neutralt	impartial; impartialement; neutre; objectif; objectivement
oberoende	impartial; objectif; objectivement	autonome; indépendant
objektivt	impartial; objectif; objectivement
ofördomsfull	franc; hardi; impartial; non prévenu; sans parti pris; sans préjugés
ofördomsfullt	franc; hardi; impartial; non prévenu; sans parti pris; sans préjugés
opartisk	impartial; objectif; objectivement
opartiskt	impartial; objectif; objectivement

impartial

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• impartial	→ opartisk	↔ impartial — treating all parties, rivals or disputants equally
• impartial	→ opartisk; neutral	↔ neuter — archaic: neither the one thing nor the other