Osseux in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

osseux:
- benig; benigt; knotigt; smalt; knokig; knokigt; knogaktig; knogaktigt; knotig
Wiktionary:
- osseux → benig, knotig, ben-
- osseux → mager, avtärd, tärd

Frans

Uitgebreide vertaling voor osseux (Frans) in het Zweeds

osseux (ossu)
benig; benigt; knotigt
- benig bijvoeglijk naamwoord
- benigt bijvoeglijk naamwoord
- knotigt bijvoeglijk naamwoord
osseux (squelettique; osseuse; ossu)
smalt; benig; benigt; knokig; knokigt
- smalt bijvoeglijk naamwoord
- benig bijvoeglijk naamwoord
- benigt bijvoeglijk naamwoord
- knokig bijvoeglijk naamwoord
- knokigt bijvoeglijk naamwoord
osseux (osseuse; ossu)
benigt; knogaktig; knogaktigt
- benigt bijvoeglijk naamwoord
- knogaktig bijvoeglijk naamwoord
- knogaktigt bijvoeglijk naamwoord
osseux (osseuse; ossu)
knotig; benigt; knotigt
- knotig bijvoeglijk naamwoord
- benigt bijvoeglijk naamwoord
- knotigt bijvoeglijk naamwoord
osseux (noueux; maigre)
benig
- benig bijvoeglijk naamwoord
osseux
benig; benigt
- benig bijvoeglijk naamwoord
- benigt bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
smalt		défilé; détroit; passage étroit
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
benig	maigre; noueux; osseuse; osseux; ossu; squelettique	avec des arètes
benigt	osseuse; osseux; ossu; squelettique	amaigri; avec des arètes; maigre comme un clou; maigre jusqu'à l'os; n'ayant que la peau et les os
knogaktig	osseuse; osseux; ossu
knogaktigt	osseuse; osseux; ossu
knokig	osseuse; osseux; ossu; squelettique
knokigt	osseuse; osseux; ossu; squelettique
knotig	osseuse; osseux; ossu	anguleux
knotigt	osseuse; osseux; ossu	anguleux
smalt	osseuse; osseux; ossu; squelettique	coléreux; de manière colérique; de taille fine; délicat; effilé; fin; fine; finement; fragile; frêle; gracile; limité; maigre; maigrichon; maîgre; mince; petit; petitement; pressant; restreint; serré; svelte; tendre; ténu; étouffant; étouffé; étroit; étroitement

osseux

adjective

Qui est de la nature des os, qui a rapport aux os.
- osseux → benig; knotig; ben-

Cross Translation:

From	To	Via
• osseux	→ mager; avtärd; tärd	↔ hager — heute nur noch zur Beschreibung des menschlichen Körpers oder einzelner Körperteile, früher auch bei Tieren: dürr, mager, sehnig, knochig (und häufig groß gewachsen)