Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pignon:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor pignon (Frans) in het Zweeds

pignon:

pignon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pignon (façade; devanture)
    framsidan av huset; fasad
  2. le pignon
    kjedhjul
  3. le pignon
    gavel
    • gavel [-en] zelfstandig naamwoord
  4. le pignon
    kronhjul
  5. le pignon (couverture; apparence; mascarade; )
    fasad; förklädnad; täckmantel

Vertaal Matrix voor pignon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fasad apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement devant; devanture; façade; front; largeur de façade; placage
framsidan av huset devanture; façade; pignon
förklädnad apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement
gavel pignon façade
kjedhjul pignon
kronhjul pignon
täckmantel apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement blindage

Synoniemen voor "pignon":


Wiktionary: pignon

pignon
noun
  1. Roue dentée (1)

Cross Translation:
FromToVia
pignon gavel GiebelArchitektur: der dreieckige Wandteil zwischen den Schrägen eines Satteldaches
pignon pinjenöt; pinjekärna pine nut — edible seeds of evergreen pine

Verwante vertalingen van pignon