Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. revenus:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor revenus (Frans) in het Zweeds

revenus:

revenus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le revenus (ressources; gains; rétribution; )
    inkomst
    • inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le revenus (salaire; paye; ressources; )
    lön; inkomst; betalning
    • lön [-en] zelfstandig naamwoord
    • inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
    • betalning [-en] zelfstandig naamwoord
  3. le revenus (salaire; rémunération; appointements; )
    inkomst; frukten av ens arbete

Vertaal Matrix voor revenus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betalning gages; paye; ressources; revenus; récompense; salaire; solde acquittement; appointements; cachet; charge utile; compte; contribution; décompte; gages; honoraire; paie; paiement; paiement complet; paye; prime; remboursement; revenu; règlement; règlement de compte; récompense; rémunération; réparation; rétribution; salaire; satisfaction; solde; traitement; versement
frukten av ens arbete appointements; paye; revenus; récompense; rémunération; rétribution; salaire
inkomst appointements; gages; gains; paye; ressources; revenus; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement appointements; cachet; gages; honoraire; paie; paye; prime; revenu; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement
lön gages; paye; ressources; revenus; récompense; salaire; solde appointements; cachet; compensation; dédommagement; gages; honoraire; indemnité; paie; paiement; paye; prime; représaille; revanche; revenu; règlement; récompense; rémunération; réparation; rétribution; salaire; solde; traitement

Wiktionary: revenus


Cross Translation:
FromToVia
revenus inkomst Bezugnur Plural: Einkünfte

Verwante vertalingen van revenus