Rose in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

rose:
- skär; rosafärgat; skärt; rosafärgad; rosa; rosenröd; rosenrött; rosig; rosigt; avfärgad rött; avfärgat rött; rödblekt
- ros; bandros; kokard; bandrosett
Wiktionary:
- rose → ros
- rose → rosa, skär
- rose → ros, rosa, skär, ljusröd

Frans

Uitgebreide vertaling voor rose (Frans) in het Zweeds

rose
skär; rosafärgat; skärt; rosafärgad
- skär bijvoeglijk naamwoord
- rosafärgat bijvoeglijk naamwoord
- skärt bijvoeglijk naamwoord
- rosafärgad bijvoeglijk naamwoord
rose (rouge clair)
rosa; skärt; rosafärgat; rosafärgad
- rosa bijvoeglijk naamwoord
- skärt bijvoeglijk naamwoord
- rosafärgat bijvoeglijk naamwoord
- rosafärgad bijvoeglijk naamwoord
rose (incarnat)
rosenröd; rosenrött
- rosenröd bijvoeglijk naamwoord
- rosenrött bijvoeglijk naamwoord
rose (rosé)
rosig; rosigt
- rosig bijvoeglijk naamwoord
- rosigt bijvoeglijk naamwoord
rose (rouge sale; fauve)
avfärgad rött; avfärgat rött; rödblekt
- avfärgad rött bijvoeglijk naamwoord
- avfärgat rött bijvoeglijk naamwoord
- rödblekt bijvoeglijk naamwoord

la rose
ros
- ros [-en] zelfstandig naamwoord
la rose (petite rose)
bandros; kokard; bandrosett
- bandros zelfstandig naamwoord
- kokard zelfstandig naamwoord
- bandrosett zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bandros	petite rose; rose
bandrosett	petite rose; rose
kokard	petite rose; rose
ros	rose
rosafärgad		teinte rose
skär		acuité; arc pointu; cadre; coupure; coupures; côte; entaille; incisions; rock
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avfärgad rött	fauve; rose; rouge sale
avfärgat rött	fauve; rose; rouge sale
rosa	rose; rouge clair
rosafärgad	rose; rouge clair
rosafärgat	rose; rouge clair
rosenröd	incarnat; rose
rosenrött	incarnat; rose
rosig	rose; rosé
rosigt	rose; rosé	aisé; bien portant; en bonne condition; en bonne santé; en forme; florissant; fortuné; nanti; prospère; sain
rödblekt	fauve; rose; rouge sale
skär	rose
skärt	rose; rouge clair

diamant; gemme; pierre; brillant; solitaire; rosace; vitrail; rosâtre; saumon; lilas; églantine; roseur; rosé; trémière; passerose; primerose; verrière; châssis; panneau; vitrage

rose

noun

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• rose	→ ros	↔ Rose — stacheliger Zierstrauch aus der Familie der Rosengewächse
• rose	→ rosa; skär	↔ rosa — den Farbton von Rosa (eine helle, aus rot und weiß gemischte Farbe) habend
• rose	→ rosa; skär	↔ pink — pale red colour
• rose	→ skär; rosa; ljusröd	↔ pink — colored/coloured between red and white
• rose	→ ros	↔ rose — shrub
• rose	→ ros	↔ rose — flower