Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vieillesse:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor vieillesse (Frans) in het Zweeds

vieillesse:

vieillesse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vieillesse (grand âge; âge; ancienneté; âge avancé)
    ålder
    • ålder [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la vieillesse (ancienneté; âge)
    ålder; livstid; livslängd
  3. la vieillesse (grand âge; âge avancé)
    gråhet
    • gråhet [-en] zelfstandig naamwoord
  4. la vieillesse (âge d'homme; âge; ancienneté; âge avancé)
    livstid
    • livstid [-en] zelfstandig naamwoord
  5. la vieillesse (fait d'avoir plus de 65 ans)
    ålderdom

Vertaal Matrix voor vieillesse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gråhet grand âge; vieillesse; âge avancé couleur grise; grisaille; manque de couleur; pâleur
livslängd ancienneté; vieillesse; âge constance; durabilité; durée de la vie; immutabilité; stabilité; vie
livstid ancienneté; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme
ålder ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé an; cycle; période; saison; siècle; temps; âge; ère; époque
ålderdom fait d'avoir plus de 65 ans; vieillesse antiquité; monde antique

Synoniemen voor "vieillesse":


Wiktionary: vieillesse

vieillesse
noun
  1. âge avancé.

Cross Translation:
FromToVia
vieillesse ålder(dom)ssvaghet Altersschwäche — körperlicher und/oder geistiger Mangel, der sich mit zunehmendem Alter einstellt

Verwante vertalingen van vieillesse