Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bakeren:
  2. baker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bakeren (Nederlands) in het Duits

bakeren:

bakeren werkwoord

  1. bakeren
    wickeln
    • wickeln werkwoord (wickele, wickelst, wickelt, wickelte, wickeltet, gewickelt)

Vertaal Matrix voor bakeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wickeln bakeren inpakken; inpalmen; wikkelen

Verwante woorden van "bakeren":


Wiktionary: bakeren

bakeren
verb
  1. het strak inwikkelen van een baby in een deken of lappen.

Cross Translation:
FromToVia
bakeren wickeln swaddle — to bind a baby

baker:

baker [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de baker
    die Amme
    • Amme [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor baker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Amme baker min; zoogmoeder

Verwante woorden van "baker":




Duits

Uitgebreide vertaling voor bakeren (Duits) in het Nederlands