Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: zich wassen

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: zich wassen

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

zich wassen:
- Wiktionary:
  zich wassen → waschen, Hände waschen

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zich wassen (Nederlands) in het Duits

zich wassen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

zich: sich; sich selbst; sich selber
was: Wäsche
wassen: waschen; ausspülen; gedeihen; Waschen; Reinigen; Sauber machen; wächsern; Schwellen

Spelling Suggesties voor: zich wassen

zich warmen; zich wreken; zich wringen

Wiktionary: zich wassen

Cross Translation:

From	To	Via
• zich wassen	→ waschen; Hände waschen	↔ wash up — wash one's hands and/or face (US)

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van zich wassen