Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. boswachter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boswachter (Nederlands) in het Duits

boswachter:

boswachter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boswachter
    der Waldaufseher; der Förster; der Waldhüter; der Forstaufseher
  2. de boswachter
    der Forstaufseher

Vertaal Matrix voor boswachter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Forstaufseher boswachter
Förster boswachter
Waldaufseher boswachter
Waldhüter boswachter koddebeier

Verwante woorden van "boswachter":

  • boswachters

Wiktionary: boswachter

boswachter
noun
  1. een beheerder van een boswachterij

Computer vertaling door derden: