Nederlands
Uitgebreide vertaling voor offervaardigheid (Nederlands) in het Duits
offervaardigheid: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- offer: Opfergabe; Opfer; Hingabe; Geschädigte; Opfertier; Aufopferung
- vaardigheid: Fertigkeit; Geschicklichkeit; Behendigkeit; Geschicktheit; Qualifikation
- offeren: opfern; Opfern
- vaardig: tauglich; pfiffig; raffiniert; treffend; spitzfindig; fähig; schlau; klug; gescheit; geschickt; kundig; tüchtig; geübt; gewandt; geschult; handlich; aufgeweckt; sachverständig; gekonnt; behende; fachmännisch; geistreich; scharfsinnig; ausgelernt; scharfsichtig
Wiktionary: offervaardigheid
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • offervaardigheid | → Hingabe; Hingebung | ↔ dévouement — Le fait de s’investir pleinement dans une action, souvent au profit des autres. |
Computer vertaling door derden: