Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. afdammen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afdammen (Nederlands) in het Duits

afdammen:

afdammen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afdammen (tegengaan; indammen)
    Eindämmen; Abdämmen

Vertaal Matrix voor afdammen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abdämmen afdammen; indammen; tegengaan
Eindämmen afdammen; indammen; tegengaan

Wiktionary: afdammen


Cross Translation:
FromToVia
afdammen hindern; sperren; versperren; absperren; aufhalten; hemmen; behindern barrerfermer avec une barre par-derrière.

Computer vertaling door derden: