Nederlands
Uitgebreide vertaling voor botvieren (Nederlands) in het Duits
botvieren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- bot: Knochen; Gebeine; einsilbig; angebunden; brüsk; kurz angebunden; ohne Umschweife; verschwommen; unscharf; doof; dumm; grob; wild; stumpf; unerzogen; derb; unhöflich; schroff; plump; klobig; schwerfällig; ungeschickt; ungehobelt; bäuerisch; flegelhaft; ungeschliffen; tölpelhaft; täppisch; grobschlächtig; ungeschlacht; unkultiviert; lümmelhaft; zutäppisch; Robot
- vieren: feiern; zelebrieren; einFestfeiern; feiern lassen
- botten: Knochen; Gerüst; Gebeine; Gerippe; Skelett; Knochenbau
Spelling Suggesties voor: botvieren
Wiktionary: botvieren
Computer vertaling door derden:
Duits
Suggesties voor botvieren in het Duits
Spelling Suggesties voor: botvieren
Computer vertaling door derden: