Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitkotsen (Nederlands) in het Duits
uitkotsen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- uit: von hier; aus; klar; fertig; bereit; geschafft; erledigt; beendet; einsatzbereit; vollendet; parat; ab jetzt
- kotsen: ergeben; übergeben; erbrechen; kotzen; spucken; speien; sich erbrechen; sich übergeben; herauswürgen; Erbrechen; Kotzen
- uiten: mitteilen; ausdrücken; in Worte fassen; sich aus drücken; äußern
- kots: Auswurf; Kotz