Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. praatgraag:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor praatgraag (Nederlands) in het Duits

praatgraag:

praatgraag bijvoeglijk naamwoord

  1. praatgraag (kletserig; praatziek; spraakzaam; )
    geschwätzig; schwatzhaft; indiskret

Vertaal Matrix voor praatgraag:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschwätzig babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam kletslustig
indiskret babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam indiscreet; onbehoorlijk; onbeleefd; onbescheiden; onfatsoenlijk; ongehoord; ongemanierd; ongepast; onkies; onpassend; onvertogen; onwelgevoegelijk; verkeerd
schwatzhaft babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam kletslustig

Verwante woorden van "praatgraag":

  • praatgrage

Wiktionary: praatgraag


Cross Translation:
FromToVia
praatgraag redselig; geschwätzig; schwatzhaft; gesprächig loquacious — talkative, chatty
praatgraag gesprächig; redselig talkative — tending to talk or speak freely or often
praatgraag geschwätzig; schwatzhaft babillard — Celui, celle qui aime à babiller
praatgraag geschwätzig; schwatzhaft bavard — Qui a l’habitude de bavarder.

Computer vertaling door derden: