Nederlands

Uitgebreide vertaling voor attaque (Nederlands) in het Duits

attaque:

attaque [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de attaque (bestorming; aanval; run; )
    der Angriff; die Bestürmung; der Ansturm; die Erstürmung; der Sturmangriff; der Sturmlauf
  2. de attaque (hersenbloeding; beroerte; apoplexie)
    die Gehirnblutung; die apolectischen Infarct

Vertaal Matrix voor attaque:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Angriff aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop klopjacht; razzia
Ansturm aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop klopjacht; oploopje; razzia; samenkomst; toeloop
Bestürmung aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop klopjacht; razzia
Erstürmung aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop klopjacht; razzia
Gehirnblutung apoplexie; attaque; beroerte; hersenbloeding
Sturmangriff aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
Sturmlauf aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
apolectischen Infarct apoplexie; attaque; beroerte; hersenbloeding

Verwante woorden van "attaque":


Wiktionary: attaque


Cross Translation:
FromToVia
attaque Eingang; Eintritt; Anfall; Angriff; Offensive; Zugang; Zutritt accès — Action, endroit, ou facilité plus ou moins grande d’accéder dans un lieu, physique ou virtuel.
attaque Anfall; Angriff; Offensive assautattaque pour emporter de vif force une ville, une place de guerre, une position, etc.
attaque Anfall; Angriff; Offensive attaque — propre|nocat=1 Action d'attaquer