Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. productie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor productie (Nederlands) in het Duits

productie:

productie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de productie (fabricage)
    die Produktion; die Fertigung; die Herstellung; die Erzeugung; die Anfertigung
  2. de productie
    die Produktion
  3. de productie (vervaardiging; maken; fabricage)
    die Herstellung; die Anfertigung; die Verfertigung; die Erzeugung

Vertaal Matrix voor productie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anfertigung fabricage; maken; productie; vervaardiging aanmaak; aanmaken; bereiden; bereiding; creatie; creëren; fabricatie; maak; maaksel; maken; marinade; merk; scheppen; schepping; toebereiding
Erzeugung fabricage; maken; productie; vervaardiging aanmaak; aanmaken; bereiden; bereiding; groei; groeien; groeiproces; marinade; toebereiding; verwekking; voortbrenging
Fertigung fabricage; productie constructie; fabricage
Herstellung fabricage; maken; productie; vervaardiging aanmaak; constructie; creatie; creëren; fabricage; fabricatie; maak; maaksel; maken; merk; scheppen; schepping
Produktion fabricage; productie verwekking; voortbrenging
Verfertigung fabricage; maken; productie; vervaardiging aanmaken; bereiden; bereiding; creatie; creëren; maaksel; maken; marinade; scheppen; schepping; toebereiding

Verwante woorden van "productie":

  • producties

Wiktionary: productie


Cross Translation:
FromToVia
productie Hinterlassenschaft offspring — other produce
productie Produktion production — the act of being produced

Computer vertaling door derden: