Balustrade: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

balustrade:
- Balustrade; Geländer; Brüstung; Balkongeländer; Reling
Wiktionary:
- balustrade → Balustrade, Geländer, Schranke, Brüstung, Säulengeländer, Stützgeländer

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Balustrade:
- leuning; railing; balustrade; trapleuning; trapleuningen; afschutting; balkonhek
Wiktionary:
- Balustrade → balustrade, balie, hekje, leuning

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor balustrade (Nederlands) in het Duits

de balustrade (leuning; railing)
die Balustrade; Geländer; die Brüstung
- Balustrade [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geländer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Brüstung [die ~] zelfstandig naamwoord
de balustrade (balkonhek)
Balkongeländer; Geländer; die Reling; die Balustrade
- Balkongeländer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geländer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Reling [die ~] zelfstandig naamwoord
- Balustrade [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Balkongeländer	balkonhek; balustrade
Balustrade	balkonhek; balustrade; leuning; railing	afschutting; trapleuning; trapleuningen
Brüstung	balustrade; leuning; railing	borstwering
Geländer	balkonhek; balustrade; leuning; railing	borstwering; handsteun; leuning
Reling	balkonhek; balustrade	schans; verschansing

Cross Translation:

From	To	Via
• balustrade	→ Balustrade	↔ balustrade — row of balusters
• balustrade	→ Geländer; Balustrade; Schranke; Brüstung; Säulengeländer; Stützgeländer	↔ rampe — Balustrade de fer, de... pour empêcher de tomber,

Duits

die Balustrade (Geländer; Brüstung)
de leuning; railing; de balustrade
- leuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- railing [znw.] zelfstandig naamwoord
- balustrade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Balustrade (Treppengeländer)
de trapleuning; de trapleuningen
- trapleuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- trapleuningen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
die Balustrade (Umgitterung; Bucht; Umzäunung; Gitterzäune; Gittertür; Einzäunung; Vergitterung; Gitterumzäunung)
de afschutting
- afschutting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Balustrade (Balkongeländer; Geländer; Reling)
de balustrade; balkonhek
- balustrade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- balkonhek [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afschutting	Balustrade; Bucht; Einzäunung; Gittertür; Gitterumzäunung; Gitterzäune; Umgitterung; Umzäunung; Vergitterung
balkonhek	Balkongeländer; Balustrade; Geländer; Reling
balustrade	Balkongeländer; Balustrade; Brüstung; Geländer; Reling
leuning	Balustrade; Brüstung; Geländer	Geländer; Lehne; Rückenlehne; Rückenstütze; Treppengeländer
railing	Balustrade; Brüstung; Geländer	Fahrbahnmarkierung
trapleuning	Balustrade; Treppengeländer
trapleuningen	Balustrade; Treppengeländer

Cross Translation:

From	To	Via
• Balustrade	→ balustrade	↔ balustrade — row of balusters
• Balustrade	→ balie; balustrade; hekje; leuning	↔ rampe — Balustrade de fer, de... pour empêcher de tomber,