Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- gestalte:
- Wiktionary:
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- gestalten:
-
Wiktionary:
- gestalten → organiseren, opstellen, vorm geven, vormen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gestalte (Nederlands) in het Duits
gestalte:
Vertaal Matrix voor gestalte:
Verwante woorden van "gestalte":
Synoniemen voor "gestalte":
Verwante definities voor "gestalte":
Wiktionary: gestalte
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gestalte | → Anwuchs; Vermehrung; Zunahme; Steigerung; Vergrößerung; Wuchs; Zuwachs; Wachstum | ↔ accroissement — action de croitre, de se développer. |
• gestalte | → Anwuchs; Vermehrung; Wuchs; Zunahme; Zuwachs | ↔ développement — action de développer, de se développer ou résultat de cette action, au propre et au figuré. |
• gestalte | → Gestalt; Statur; Maß; Ausdehnung; Dimension; Abmessung; Ausmaß; Tragweite; Große; Bereich; Fassung; Gehalt; Umfang; Spanne; Größe | ↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler. |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van gestalte
Duits
Uitgebreide vertaling voor gestalte (Duits) in het Nederlands
gestalten:
-
gestalten (modellieren; formen; kneten)
-
gestalten
-
gestalten
-
gestalten (garnieren; aufmachen; dekorieren; fertigstellen; verzieren; fertigmachen; zieren; vollenden; feinmachen)
-
gestalten (gestalt geben an; formen; Form geben an)
vormen; vorm geven aan; gestalte geven-
vorm geven aan werkwoord
-
gestalte geven werkwoord (geef gestalte, geeft gestalte, gaf festalte, gaven festalte, gestalte gegeven)
-
gestalten (formen; kneten; bilden; bearbeiten; modellieren; heranbilden)
-
gestalten (ins Leben rufen; machen; produzieren; herstellen; kreieren; schaffen; verfertigen; bilden; erschaffen; fabrizieren; entwickeln; tun; konstruieren; entwerfen; erzeugen; schöpfen; erfinden; anfertigen; hervorbringen; formen; entstehen; skizzieren)
maken; scheppen; in het leven roepen-
in het leven roepen werkwoord (roep in het leven, roept in het leven, riep in het leven, riepen in het leven, in het leven geroepen)
-
gestalten (Musik komponieren; bilden; aufstellen; aufbauen; ausfertigen; formieren)
muziek componeren-
muziek componeren werkwoord
-
Conjugations for gestalten:
Präsens
- gestalte
- gestaltest
- gestaltet
- gestalten
- gestaltet
- gestalten
Imperfekt
- gestaltete
- gestaltetest
- gestaltete
- gestalteten
- gestaltetet
- gestalteten
Perfekt
- habe gestaltet
- hast gestaltet
- hat gestaltet
- haben gestaltet
- habt gestaltet
- haben gestaltet
1. Konjunktiv [1]
- gestalte
- gestaltest
- gestalte
- gestalten
- gestaltet
- gestalten
2. Konjunktiv
- gestaltete
- gestaltetest
- gestaltete
- gestalteten
- gestaltetet
- gestalteten
Futur 1
- werde gestalten
- wirst gestalten
- wird gestalten
- werden gestalten
- werdet gestalten
- werden gestalten
1. Konjunktiv [2]
- würde gestalten
- würdest gestalten
- würde gestalten
- würden gestalten
- würdet gestalten
- würden gestalten
Diverses
- gestalte!
- gestaltet!
- gestalten Sie!
- gestaltet
- gestaltend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor gestalten:
Synoniemen voor "gestalten":
Wiktionary: gestalten
gestalten
verb
-
einem Gegenstand oder Prozess eine Form oder ein Konzept geben
- gestalten → organiseren; opstellen; vorm geven; vormen
Computer vertaling door derden: