Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: huismus

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: huismus

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

huismus:
- Hausmeise; Stubenhocker; Hausunke
Wiktionary:
- huismus → Haussperling, Spatz, Stubenhocker
- huismus → Spatz, Sperling, Haussperling

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huismus (Nederlands) in het Duits

huismus:

huismus [de ~] zelfstandig naamwoord

de huismus
der Hausmeise
- Hausmeise [der ~] zelfstandig naamwoord
de huismus (thuisblijver; thuisblijfster)
der Stubenhocker; die Hausunke
- Stubenhocker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hausunke [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor huismus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Hausmeise	huismus
Hausunke	huismus; thuisblijfster; thuisblijver
Stubenhocker	huismus; thuisblijfster; thuisblijver	huismussen; thuisblijvers

Verwante woorden van "huismus":

huismussen

Wiktionary: huismus

huismus

noun

kleine zangvogel die liefst in de buurt van de mensen leeft
- huismus → Haussperling; Spatz
iemand die het liefst thuis blijft
- huismus → Stubenhocker

Cross Translation:

From	To	Via
• huismus	→ Spatz; Sperling; Haussperling	↔ sparrow — Passer domesticus
• huismus	→ Haussperling	↔ moineau domestique — ornithol\|nocat Espèce de petit oiseau passereau très commun dans la plupart des parties du globe, assez trapu, massif, au plumage en teintes de brun et de gris.