Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rijvak (Nederlands) in het Duits
rijvak: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- rij: Stau; Schlange; Kolonne; Stauung; Stockung; Zeile; Linie; Leine; Reihe; Folge; Kette; Reihenfolge; Serie; Abfolge; Verkettung; Aneinanderreihung; Erkettung
- vak: Arbeit; Beruf; Fach; Wirtschaft; Gewerbe; Erwerb; Branche; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Tätigkeit; Beschäftigung; Gefrierfach