Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- bemiddelen:
-
Wiktionary:
- bemiddelen → schlichten, vermitteln
- bemiddelen → moderieren, vermitteln, hervorrufen, antun, bewirken, veranlassen, verursachen, zufügen, bereiten, anschaffen, beschaffen, besorgen, verschaffen
-
Gebruikers suggesties voor bemiddelen:
- ermitteln
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bemiddelen (Nederlands) in het Duits
bemiddelen:
-
bemiddelen (tussenkomen)
vermitteln; unterhandeln-
unterhandeln werkwoord (unterhandele, unterhandelst, unterhandelt, unterhandelte, unterhandeltet, unterhandelt)
-
bemiddelen (tussenbeide komen; interfereren; interveniëren; tussenkomen; ingrijpen; interrumperen)
eingreifen; vermitteln; intervenieren; zusammenfallen; schlichten; sich einmischen; interferieren; unterbrechen; einschreiten; zusammentreffen-
intervenieren werkwoord (interveniere, intervenierst, interveniert, intervenierte, interveniertet, interveniert)
-
zusammenfallen werkwoord (falle zusammen, fällst zusammen, fällt zusammen, fiel zusammen, fielet zusammen, zusammengefallen)
-
sich einmischen werkwoord (mische mich eein, mischst dich eein, mischt sich eein, mischte sich eein, mischtet euch eein, sich eingemischt)
-
interferieren werkwoord (interferiere, interferierst, interferiert, interferierte, interferiertet, interferiert)
-
unterbrechen werkwoord (unterbreche, unterbrichst, unterbricht, unterbrach, unterbracht, unterbrochen)
-
einschreiten werkwoord (schreite ein, schreitest ein, schreitet ein, schritt ein, schrittet ein, eingeschritten)
-
zusammentreffen werkwoord (treffe zusammen, triffst zusammen, trifft zusammen, traf zusammen, trafet zusammen, zusammengetroffen)
Conjugations for bemiddelen:
o.t.t.
- bemiddel
- bemiddelt
- bemiddelt
- bemiddelen
- bemiddelen
- bemiddelen
o.v.t.
- bemiddelde
- bemiddelde
- bemiddelde
- bemiddelden
- bemiddelden
- bemiddelden
v.t.t.
- heb bemiddeld
- hebt bemiddeld
- heeft bemiddeld
- hebben bemiddeld
- hebben bemiddeld
- hebben bemiddeld
v.v.t.
- had bemiddeld
- had bemiddeld
- had bemiddeld
- hadden bemiddeld
- hadden bemiddeld
- hadden bemiddeld
o.t.t.t.
- zal bemiddelen
- zult bemiddelen
- zal bemiddelen
- zullen bemiddelen
- zullen bemiddelen
- zullen bemiddelen
o.v.t.t.
- zou bemiddelen
- zou bemiddelen
- zou bemiddelen
- zouden bemiddelen
- zouden bemiddelen
- zouden bemiddelen
diversen
- bemiddel!
- bemiddelt!
- bemiddeld
- bemiddelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bemiddelen:
Wiktionary: bemiddelen
bemiddelen
Cross Translation:
verb
-
trachten overeenstemming tussen twee partijen tot stand te brengen
- bemiddelen → schlichten; vermitteln
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bemiddelen | → moderieren | ↔ moderate — to act as a moderator |
• bemiddelen | → vermitteln; hervorrufen; antun; bewirken; veranlassen; verursachen; zufügen; bereiten; anschaffen; beschaffen; besorgen; verschaffen | ↔ procurer — faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins. |
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
bemiddelen | ermitteln | 11 |
Computer vertaling door derden: