Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bloed (Nederlands) in het Duits

bloed:

bloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bloed
    Blut
    • Blut [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bloed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blut bloed

Verwante woorden van "bloed":

  • bloedden, bloeden, bloedje, bloedjes

Verwante definities voor "bloed":

  1. erg1
    • bloedheet1
  2. rode lichaamsvloeistof1
    • er komt bloed uit de wond1

Wiktionary: bloed

bloed
noun
  1. lichaamsvocht dat rondstroomt in de slagaderen en aderen ter verspreiding van zuurstof en andere voor de levensprocessen onontbeerlijke stoffen
bloed
noun
  1. dem Stoffwechsel dienende, im Körper zirkulierende rote Flüssigkeit

Cross Translation:
FromToVia
bloed Blut blood — vital liquid flowing in animal bodies
bloed Blut sang — anatomie|fr fluide corporel constitué de globule rouge, de cellules immunitaires (globule blanc) et de plaquette sanguine, baignés dans le plasma sanguin et servant à l’oxygénation du corps humain.

bloeden:

bloeden werkwoord (bloed, bloedt, bloedde, bloedden, gebloed)

  1. bloeden
    bluten
    • bluten werkwoord (blute, blutest, blutet, blutete, blutetet, geblutet)

Conjugations for bloeden:

o.t.t.
  1. bloed
  2. bloedt
  3. bloedt
  4. bloeden
  5. bloeden
  6. bloeden
o.v.t.
  1. bloedde
  2. bloedde
  3. bloedde
  4. bloedden
  5. bloedden
  6. bloedden
v.t.t.
  1. heb gebloed
  2. hebt gebloed
  3. heeft gebloed
  4. hebben gebloed
  5. hebben gebloed
  6. hebben gebloed
v.v.t.
  1. had gebloed
  2. had gebloed
  3. had gebloed
  4. hadden gebloed
  5. hadden gebloed
  6. hadden gebloed
o.t.t.t.
  1. zal bloeden
  2. zult bloeden
  3. zal bloeden
  4. zullen bloeden
  5. zullen bloeden
  6. zullen bloeden
o.v.t.t.
  1. zou bloeden
  2. zou bloeden
  3. zou bloeden
  4. zouden bloeden
  5. zouden bloeden
  6. zouden bloeden
diversen
  1. bloed!
  2. bloedt!
  3. gebloed
  4. bloedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bloeden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bluten bloeden

Verwante woorden van "bloeden":


Wiktionary: bloeden


Cross Translation:
FromToVia
bloeden bluten bleed — lose blood
bloeden bluten blood — to cause to be covered with blood

Verwante vertalingen van bloed



Duits

Uitgebreide vertaling voor bloed (Duits) in het Nederlands

blöd:

blöd bijvoeglijk naamwoord

  1. blöd (geistlos; langweilig; doof; )
    saai; eentonig; suf; stom; afstompend; geestdodend
  2. blöd (stumpfsinnig; dumm; stumpf; )
    dom; onnozel; verstandeloos; achterlijk; stompzinnig; afgestompt; breinloos; onverstandig; hersenloos; geesteloos; idioot; onbenullig; stupide
  3. blöd (bekloppt; verrückt; gestört; )
    gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; geschift
  4. blöd (bescheuert; verrückt; närrisch; )
    vreemd; eigenaardig; dwaas; gek; maf; typisch; mal
    • vreemd bijvoeglijk naamwoord
    • eigenaardig bijvoeglijk naamwoord
    • dwaas bijvoeglijk naamwoord
    • gek bijvoeglijk naamwoord
    • maf bijvoeglijk naamwoord
    • typisch bijvoeglijk naamwoord
    • mal bijvoeglijk naamwoord
  5. blöd (bekloppt; blöde; verrückt; )
    mesjogge; krankjorum; getikt; kierewiet; maf; geschift; knots; hoorndol; mal

Vertaal Matrix voor blöd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dom Dom; Domkirche; Kathedrale
dwaas Armleuchter; Blödmann; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfallspinsel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Schwachsinnige; Spaßvogel; Tor; Tropf; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August
gek Dummkopf; Figur; Geck; Geisteskranke; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kauz; Mensch; Narr; Rohling; Schalk; Schlappschwanz; Schwachsinnige; Schwächling; Spaßvogel; Tollkopf; Tor; Tröttel; Tölpel; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige
idioot Armleuchter; Blödmann; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfallspinsel; Einfaltspinsel; Esel; Figur; Geck; Geisteskranke; Gimpel; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Narr; Quatschkopf; Rohling; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schlappschwanz; Schussel; Schwachkopf; Schwachsinnige; Schwächling; Spaßvogel; Strohkopf; Stümper; Tollkopf; Tor; Tropf; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; dummer August
knots Keule; Knute; Knüppel; Totschläger
mal Form; Gießform; Gußform; Schablone
zot Dummkopf; Figur; Geck; Geisteskranke; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kauz; Mensch; Narr; Rohling; Schalk; Schlappschwanz; Schwächling; Spaßvogel; Tollkopf; Tor; Tröttel; Tölpel; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterlijk bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; doof; dumm; dusselig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; geistlos; geisttötend; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; simpel; stumpf; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; ätzend; übergeschnappt altmodisch; blödsinnig; dumm; einfältig; geisteskrank; geistesschwach; gestört; irre; irrsinnig; rückständig; schwach; schwachsinnig; unterbegabt; verrückt; wahnsinnig; zurückgeblieben
afgestompt blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend
dom blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend töricht; unvernünftig; unverständig
dwaas bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; meschugge; närrisch; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt albern; blöde; blödsinnig; dumm; einfältig; idiotisch; töricht; verrückt
eentonig blöd; doof; dumm; geistlos; geisttötend; langweilig; stumpfsinnig abgeschmackt; dösig; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; schlafbringend; öde
eigenaardig bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; meschugge; närrisch; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt absonderlich; außergewöhnlich; besonder; bizarr; eigen; eigenartig; eigentümlich; exotisch; fremd; fremdartig; kurios; merkwürdig; seltsam; sonderbar; ungewöhnlich; wunderlich
geestdodend blöd; doof; dumm; geistlos; geisttötend; langweilig; stumpfsinnig
gek bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt ausgeflippt; bekloppt; bescheuert; blöde; blödsinnig; geistkrank; idiotisch; irrsinnig; spinnig; töricht; unsinnig; verrückt
geschift bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt bekloppt; bescheuert; plemplem; verrückt; übergeschnappt
gestoord bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt
getikt bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; närrisch; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig bekloppt; bescheuert; plemplem; verrückt; übergeschnappt
hersenloos blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend
hoorndol bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; närrisch; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig bekloppt; bescheuert; plemplem; verrückt; übergeschnappt
idioot bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; doof; dumm; dusselig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; geistlos; geisttötend; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; simpel; stumpf; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; ätzend; übergeschnappt albern; blöde; blödsinnig; dumm; einfältig; idiotisch; schwach; schwachsinnig; schwächlich; töricht; verrückt
kierewiet bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; närrisch; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig bekloppt; bescheuert; plemplem; verrückt; übergeschnappt
knots bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; närrisch; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig bekloppt; bescheuert; plemplem; verrückt; übergeschnappt
krankjorum bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt bekloppt; bescheuert; plemplem; verrückt; übergeschnappt
krankzinnig bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt fabelhaft; geistkrank; genial; großartig; toll; verrückt
maf bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt blöde; blödsinnig; idiotisch; verrückt
mal bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt
onbenullig blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend bedeutungslos; denkfaul; gewöhnlich; hohlköpfig; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig
onnozel blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend denkfaul; hohlköpfig; naiv
onverstandig blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend töricht; unvernünftig; unverständig
saai blöd; doof; dumm; geistlos; geisttötend; langweilig; stumpfsinnig abgeschmackt; beschwerlich; dösig; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; hinderlich; langweilig; lästig; mies; mühsam; nicht abgelenkt; problematisch; sauer; schlafbringend; schwer; schwerlich; schwierig; unangenehm; unbequem; öde
stom blöd; doof; dumm; geistlos; geisttötend; langweilig; stumpfsinnig dumm; schweigend; sprachlos; töricht; unvernünftig; unverständig
stompzinnig blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend
stupide bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; doof; dumm; dusselig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; geistlos; geisttötend; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; simpel; stumpf; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; ätzend; übergeschnappt
suf blöd; doof; dumm; geistlos; geisttötend; langweilig; stumpfsinnig betäubt; dumpf; dumpfig; duselig; dösig; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; moderig; muffig; schal; schlafbringend; schlaff; stockig; stumpfsinnig; töricht; unvernünftig; unverständig; öde
typisch bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; meschugge; närrisch; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt absonderlich; außergewöhnlich; außerordentlich; besonder; besonders; bezeichnend; bizarr; charakterisierend; charakteristisch; eigen; eigenartig; eigentümlich; einheimisch; extravagant; extrem; exzentrisch; fremd; fremdartig; kennzeichnend; kurios; merkwürdig; seltsam; sonderbar; spezifisch; treffend; typisch; ungewöhnlich; wunderlich
verstandeloos blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend blöde; dumm; dämlich; gedankenlos; töricht; unklug; unsinnig; unvernünftig
vreemd bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; meschugge; närrisch; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt absonderlich; außergewöhnlich; außerordentlich; besonder; besonders; bizarr; eigen; eigenartig; eigentümlich; exotisch; extravagant; extrem; exzentrisch; fremd; fremdartig; gediegen; irre; irrsinnig; komisch; kurios; lächerlich; merkwürdig; seltsam; sonderbar; ungewöhnlich; wunderlich
zot bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstompend blöd; doof; dumm; geistlos; geisttötend; langweilig; stumpfsinnig
breinloos blöd; doof; dumm; dusselig

Synoniemen voor "blöd":


Wiktionary: blöd

blöd
adjective
  1. dumm, einfältig, umgangssprachlich, norddeutsch: doof
blöd
adjective
  1. vreemd, onverwacht, ongebruikelijk, raar
  2. dom

Cross Translation:
FromToVia
blöd dom dull — not bright or intelligent
blöd hersenloos; schijt-voor-hersenen shit-for-brains — Very stupid
blöd dom; domme; onverstandig; onverstandige; stom; stomme stupid — lacking in intelligence
blöd imbeciel; zwakzinnig imbécile — Qui est peu capable de raisonner, de comprendre et d’agir judicieusement. (Sens général).