Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hoeden:
  2. hoed:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoeden (Nederlands) in het Duits

hoeden:

hoeden werkwoord (hoed, hoedt, hoedde, hoedden, gehoed)

  1. hoeden
    hüten
    • hüten werkwoord (hüte, hütest, hütet, hütete, hütetet, gehütet)

Conjugations for hoeden:

o.t.t.
  1. hoed
  2. hoedt
  3. hoedt
  4. hoeden
  5. hoeden
  6. hoeden
o.v.t.
  1. hoedde
  2. hoedde
  3. hoedde
  4. hoedden
  5. hoedden
  6. hoedden
v.t.t.
  1. heb gehoed
  2. hebt gehoed
  3. heeft gehoed
  4. hebben gehoed
  5. hebben gehoed
  6. hebben gehoed
v.v.t.
  1. had gehoed
  2. had gehoed
  3. had gehoed
  4. hadden gehoed
  5. hadden gehoed
  6. hadden gehoed
o.t.t.t.
  1. zal hoeden
  2. zult hoeden
  3. zal hoeden
  4. zullen hoeden
  5. zullen hoeden
  6. zullen hoeden
o.v.t.t.
  1. zou hoeden
  2. zou hoeden
  3. zou hoeden
  4. zouden hoeden
  5. zouden hoeden
  6. zouden hoeden
en verder
  1. ben gehoed
  2. bent gehoed
  3. is gehoed
  4. zijn gehoed
  5. zijn gehoed
  6. zijn gehoed
diversen
  1. hoed!
  2. hoedt!
  3. gehoed
  4. hoedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hoeden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hüten hoeden behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaken; in bescherming nemen; opletten; oppassen; toezien op; uitkijken; uitkijken voor; voorzichtig zijn

Verwante woorden van "hoeden":


Wiktionary: hoeden

hoeden
verb
  1. een kudde dieren verzorgen en in de gaten houden
hoeden
verb
  1. (transitiv), Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen

Cross Translation:
FromToVia
hoeden begünstigen; beschirmen; protektieren; schützen; beschützen; hüten; behüten; bewachen; überwachen protégerprendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.

hoed:

hoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hoed
    die Hüte; der Hut; die Kopfbedeckung
    • Hüte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hut [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kopfbedeckung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hoed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hut hoed hoofdbedekking; hoofddeksel; pet
Hüte hoed
Kopfbedeckung hoed afdekkap; dak; hoofdbedekking; hoofddeksel; kap; koepel; muts; overdekking; overkapping; pet

Verwante woorden van "hoed":


Verwante definities voor "hoed":

  1. koker of bol met rand eromheen voor op je hoofd1
    • zij droeg een grote hoed tegen de zon1

Wiktionary: hoed

hoed
noun
  1. een hoofddeksel
hoed
noun
  1. Kopfbedeckung

Cross Translation:
FromToVia
hoed Mütze; Hut hat — a head covering
hoed Hut chapeau — Ce qu’on met sur la tête

Verwante vertalingen van hoeden