Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verworpen (Nederlands) in het Duits

verworpen:

verworpen bijvoeglijk naamwoord

  1. verworpen (verstoten; uitgestoten)
    verstoßen; verdammt

Vertaal Matrix voor verworpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verstoßen inbreuk maken; overtreden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verdammt uitgestoten; verstoten; verworpen donders; gedoemd; tering; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; verduiveld; verrekte; vervloekt; verwenst
verstoßen uitgestoten; verstoten; verworpen

Verwante woorden van "verworpen":


Wiktionary: verworpen


Cross Translation:
FromToVia
verworpen zurückgewiesen; abgelehnt; aussortiert reprobate — rejected
verworpen verworfen reprobate — rejected by god

verwerpen:

verwerpen bijvoeglijk naamwoord

  1. verwerpen (afwijzend; weigerachtig; terugwijzend)
    abweisend

verwerpen werkwoord (verwerp, verwerpt, verwierp, verwierpen, verworpen)

  1. verwerpen (afwijzen; afkeuren; afstemmen)
    ablehnen; abweisen; zurückweisen; verwerfen; abschlagen; ausschlagen
    • ablehnen werkwoord (lehne ab, lehnst ab, lehnt ab, lehnte ab, lehntet ab, abgelehnt)
    • abweisen werkwoord (weise ab, weisest ab, weist ab, wies ab, wieset ab, abgewiesen)
    • zurückweisen werkwoord (weise zurück, weist zurück, wies zurück, wiest zurück, zurückgewiesen)
    • verwerfen werkwoord (verwerfe, verwirfst, verwirft, verwarf, verwarft, verworfen)
    • abschlagen werkwoord (schlage ab, schlagst ab, schlagt ab, schlagte ab, schlagtet ab, abgeschlagen)
    • ausschlagen werkwoord (schlage aus, schlägst aus, schlägt aus, schlug aus, schlugt aus, ausgeschlagen)
  2. verwerpen (wegstemmen; afwijzen; verweren; )
    abweisen; verweigern; ablehnen; zurückweisen; abschlagen
    • abweisen werkwoord (weise ab, weisest ab, weist ab, wies ab, wieset ab, abgewiesen)
    • verweigern werkwoord (verweigere, verweigerst, verweigert, verweigerte, verweigertet, verweigert)
    • ablehnen werkwoord (lehne ab, lehnst ab, lehnt ab, lehnte ab, lehntet ab, abgelehnt)
    • zurückweisen werkwoord (weise zurück, weist zurück, wies zurück, wiest zurück, zurückgewiesen)
    • abschlagen werkwoord (schlage ab, schlagst ab, schlagt ab, schlagte ab, schlagtet ab, abgeschlagen)

Conjugations for verwerpen:

o.t.t.
  1. verwerp
  2. verwerpt
  3. verwerpt
  4. verwerpen
  5. verwerpen
  6. verwerpen
o.v.t.
  1. verwierp
  2. verwierp
  3. verwierp
  4. verwierpen
  5. verwierpen
  6. verwierpen
v.t.t.
  1. heb verworpen
  2. hebt verworpen
  3. heeft verworpen
  4. hebben verworpen
  5. hebben verworpen
  6. hebben verworpen
v.v.t.
  1. had verworpen
  2. had verworpen
  3. had verworpen
  4. hadden verworpen
  5. hadden verworpen
  6. hadden verworpen
o.t.t.t.
  1. zal verwerpen
  2. zult verwerpen
  3. zal verwerpen
  4. zullen verwerpen
  5. zullen verwerpen
  6. zullen verwerpen
o.v.t.t.
  1. zou verwerpen
  2. zou verwerpen
  3. zou verwerpen
  4. zouden verwerpen
  5. zouden verwerpen
  6. zouden verwerpen
diversen
  1. verwerp!
  2. verwerpt!
  3. verworpen
  4. verwerpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verwerpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ablehnen afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afdrijven; afketsen; afkeuren; afstellen; afstemmen; afwijzen; bedanken; bijstellen; danken; declineren; ongeschikt verklaren; ontheffen; ontslaan; regelen; ricocheren; uitsturen; verlijeren; vertikken; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren; wraken
abschlagen afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen abstineren; afbikken; afketsen; afkloppen; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; onthouden; ricocheren; wegbikken
abweisen afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afketsen; afschepen; afwijzen; afwimpelen; negeren; ontheffen; ontslaan; ricocheren; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren
ausschlagen afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen afketsen; bal buiten de lijnen slaan; bedanken; danken; ricocheren; schoppen; trappen; trappen geven; uitslaan
verweigern afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afketsen; ricocheren; verbieden
verwerfen afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen afdrijven; verlijeren; verwijderen; wraken
zurückweisen afketsen; afkeuren; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afketsen; afwijzen; bedanken; danken; ontheffen; ontslaan; ricocheren; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abweisend afwijzend; terugwijzend; verwerpen; weigerachtig afkeurend

Wiktionary: verwerpen

verwerpen
verb
  1. afwijzen
verwerpen
  1. zu etwas nein sagen; etwas zurückweisen oder missbilligen

Cross Translation:
FromToVia
verwerpen verwerfen; ablehnen; zurückweisen reject — refuse to accept
verwerpen verdammen reprobate — condemn
verwerpen verwerfen; verwehren; verweigern; ablehnen reprobate — refuse
verwerpen brechen; verstoβen enfreindrevioler, transgresser, ne pas respecter, parler d’un traité, d’une loi, d’un privilège, d’une ordonnance, d’une règle, etc.
verwerpen ausmerzen; ablehnen; ausschlagen; abweisen; abschlagen; versagen; weigern; verweigern refuserrejeter une demande, ne pas accorder ce qui demander ; ne pas vouloir faire ce qui est exiger, prescrire, ordonné.
verwerpen sich brechen; sich erbrechen; sich übergeben; ablehnen; abschlagen; ausschlagen; versagen; weigern; verweigern; zurücksenden; refutieren; widerlegen; ausmerzen; abweisen; fortwerfen; wegwerfen rejeter — Traductions à trier suivant le sens