Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. grommen:
  2. grom:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grommen (Nederlands) in het Duits

grommen:

grommen werkwoord (grom, gromt, gromde, gromden, gegromd)

  1. grommen
    brummen; grunzen; knurren
    • brummen werkwoord (brumme, brummst, brummt, brummte, brummtet, gebrummt)
    • grunzen werkwoord (grunze, grunzt, grunzte, grunztet, gegrunzt)
    • knurren werkwoord (knurre, knurrst, knurrt, knurrte, knurrtet, geknurrt)

Conjugations for grommen:

o.t.t.
  1. grom
  2. gromt
  3. gromt
  4. grommen
  5. grommen
  6. grommen
o.v.t.
  1. gromde
  2. gromde
  3. gromde
  4. gromden
  5. gromden
  6. gromden
v.t.t.
  1. heb gegromd
  2. hebt gegromd
  3. heeft gegromd
  4. hebben gegromd
  5. hebben gegromd
  6. hebben gegromd
v.v.t.
  1. had gegromd
  2. had gegromd
  3. had gegromd
  4. hadden gegromd
  5. hadden gegromd
  6. hadden gegromd
o.t.t.t.
  1. zal grommen
  2. zult grommen
  3. zal grommen
  4. zullen grommen
  5. zullen grommen
  6. zullen grommen
o.v.t.t.
  1. zou grommen
  2. zou grommen
  3. zou grommen
  4. zouden grommen
  5. zouden grommen
  6. zouden grommen
diversen
  1. grom!
  2. gromt!
  3. gegromd
  4. grommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor grommen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brummen grommen brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen; sakkeren; zoemen
grunzen grommen brommen; donderen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mopperen; morren; onweren; over iets mopperen; pruttelen; sakkeren
knurren grommen brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen; sakkeren

Verwante woorden van "grommen":


Wiktionary: grommen


Cross Translation:
FromToVia
grommen knurren growl — to utter a deep guttural sound
grommen Knurren grumble — the sound made by a hungry stomach
grommen murren grumble — to murmur or mutter with discontent
grommen schreien; blöken; brüllen; quaken; wiehern; iahen; gackern crierjeter un ou plusieurs cris.
grommen heulen; blöken; brüllen; quaken; wiehern; schreien; iahen; gackern hurler — Traductions à trier suivant le sens

grom:

grom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de grom (snauw; grauw)
    der Pöbel; der Anschnauzer; der Anschnauz

Vertaal Matrix voor grom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anschnauz grauw; grom; snauw
Anschnauzer grauw; grom; snauw schimpscheut
Pöbel grauw; grom; snauw broeden; canaille; gajes; geboefte; gebroed; gepeupel; gespuis; grauw; plebs; rapaille; schorriemorrie; tuig; uitschot

Verwante woorden van "grom":


Wiktionary: grom


Cross Translation:
FromToVia
grom Knurren growl — deep threatening sound
grom Grunzer grunt — A short, snorting sound, often to show disapproval, or used as a reply when one is reluctant to speak