Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ritsen (Nederlands) in het Duits

rits:

rits [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rits (ritssluiting; sluiting)
    der Reißverschluß; der Verschluß

Vertaal Matrix voor rits:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Reißverschluß rits; ritssluiting; sluiting
Verschluß rits; ritssluiting; sluiting afgrendeling

Verwante woorden van "rits":


Wiktionary: rits

rits
noun
  1. ritssluiting

Cross Translation:
FromToVia
rits Reißverschluss zip fastener — a fastener used in clothing, bags
rits Baumstumpf; Haken accroc — Déchirure faite dans un tissu par quelque chose de pointu ou qui accrocher.


Wiktionary: ritsen


Cross Translation:
FromToVia
ritsen abholen; abnehmen préleverlever préalablement une certaine portion sur le total.
ritsen abziehen; subtrahieren; abräumen; fortnehmen; entziehen; wegnehmen; abschneiden; abholen; abnehmen; abrechnen retrancher — Traductions à vérifier et à trier

Computer vertaling door derden: