Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- telkens:
-
Wiktionary:
- telkens → jedes Mal, ständig
- telkens → ständig
- telkens → wiederholt
-
Gebruikers suggesties voor telkens:
- jeweils
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor telkens (Nederlands) in het Duits
telkens:
-
telkens (herhaaldelijk; veelvuldig; meermaals)
mehrfach; jedesmal; immer; wiederholt-
mehrfach bijvoeglijk naamwoord
-
jedesmal bijvoeglijk naamwoord
-
immer bijvoeglijk naamwoord
-
wiederholt bijvoeglijk naamwoord
-
-
telkens (iedere keer; elke keer)
-
telkens (voortdurend; ononderbroken; continue; de hele tijd; onophoudelijk; steeds; almaar; gedurig; aldoor)
immer; konstant; ständig; dauernd; fortwährend; andauernd; anhaltend; unverdrossen; ununterbrochen-
immer bijvoeglijk naamwoord
-
konstant bijvoeglijk naamwoord
-
ständig bijvoeglijk naamwoord
-
dauernd bijvoeglijk naamwoord
-
fortwährend bijvoeglijk naamwoord
-
andauernd bijvoeglijk naamwoord
-
anhaltend bijvoeglijk naamwoord
-
unverdrossen bijvoeglijk naamwoord
-
ununterbrochen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor telkens:
Synoniemen voor "telkens":
Antoniemen van "telkens":
Verwante definities voor "telkens":
Wiktionary: telkens
telkens
telkens
Cross Translation:
adjective
-
immer wiederholend, ununterbrochen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• telkens | → wiederholt | ↔ repeatedly — done several times |
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
telkens | jeweils | 13 |
Computer vertaling door derden: