Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. burgemeester:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor burgemeester (Nederlands) in het Duits

burgemeester:

burgemeester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de burgemeester
    der Bürgermeister; der Oberbürgermeister; der Gemeindevorsteher

Vertaal Matrix voor burgemeester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bürgermeister burgemeester
Gemeindevorsteher burgemeester
Oberbürgermeister burgemeester

Verwante woorden van "burgemeester":

  • burgemeesters

Verwante definities voor "burgemeester":

  1. hoogste bestuurder van een gemeente1
    • de burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad1

Wiktionary: burgemeester

burgemeester
noun
  1. hoofd van het gemeentebestuur
burgemeester
noun
  1. Oberhaupt einer Stadt, Gemeinde oder anderen Kommune

Cross Translation:
FromToVia
burgemeester Bürgermeister burgomaster — the mayor of a town in certain countries
burgemeester Bürgermeister; Bürgermeisterin mayor — leader of a city
burgemeester Bürgermeister bourgmestre — Belgique|fr titre du premier magistrat des villes de Belgique, de Hollande, d’Allemagne, etc.
burgemeester Bürgermeister; Dorfschulze maire — FR|fr, CA|fr, Suisse|fr Le premier officier municipal d’une commune, municipalité ou CA|fr arrondissement, élire par les conseillers municipaux à l’issue des élections municipales.

Verwante vertalingen van burgemeester