Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fysicus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fysicus (Nederlands) in het Duits

fysicus:

fysicus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de fysicus (natuurkundige)
    der Physiker
    • Physiker [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fysicus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Physiker fysicus; natuurkundige

Wiktionary: fysicus

fysicus
noun
  1. wetenschapper die de fysica of natuurkunde beoefent.

Cross Translation:
FromToVia
fysicus Physiker; Physikerin physicist — person whose occupation specializes in the science of physics
fysicus Physiker; Physikerin physicien — archaïque|fr désuet|fr médecin.