Nederlands
Uitgebreide vertaling voor heus (Nederlands) in het Duits
heus:
-
heus (waarlijk; vast en zeker; zeker; waarachtig; stellig; vast; feitelijk; beslist; reëel; welzeker; voorzeker; gewis; geheid)
-
heus (waarlijk; echt; zeker; stellig; beslist; wel degelijk; reëel; waarachtig; voorzeker; vast en zeker; welzeker; gewis; geheid)
-
heus (effectief; reëel; werkelijk; metterdaad; warempel; echt; waarachtig; waar)
wahr; wirklich; echt; wahrhaftig; das stimmt; ehrlich-
wahr bijvoeglijk naamwoord
-
wirklich bijvoeglijk naamwoord
-
echt bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaftig bijvoeglijk naamwoord
-
das stimmt bijvoeglijk naamwoord
-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
heus (ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; welzeker; waarachtig; beslist; voorzeker; gewis; geheid; waarlijk)
zweifellos; sicher; gewiß-
zweifellos bijvoeglijk naamwoord
-
sicher bijvoeglijk naamwoord
-
gewiß bijvoeglijk naamwoord
-
-
heus (echt; werkelijk)
echt; wahrhaftig; unverfälscht; in der Tat; einfach; ehrlich; allerdings; wahr; das stimmt-
echt bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaftig bijvoeglijk naamwoord
-
unverfälscht bijvoeglijk naamwoord
-
in der Tat bijvoeglijk naamwoord
-
einfach bijvoeglijk naamwoord
-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
allerdings bijvoeglijk naamwoord
-
wahr bijvoeglijk naamwoord
-
das stimmt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor heus:
Verwante woorden van "heus":
Synoniemen voor "heus":
Verwante definities voor "heus":
Wiktionary: heus
heus
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• heus | → artig; galant; höflich | ↔ courtois — qui fait preuve de distinction, de politesse |
• heus | → artig; galant; höflich | ↔ poli — courtois, civil, honnête, complaisant, convenable, qui utilise les règles de la politesse, qui observe les convenances de la société. |
• heus | → echt; recht; wahr; wahrhaft; real; wirklich | ↔ réel — véritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure. |
• heus | → wahr; echt; recht; wahrhaft; im Recht; rechthabend | ↔ vrai — Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement. |