Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. glorie:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Glorie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor glorie (Nederlands) in het Duits

glorie:

glorie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de glorie
    die Ehre; der Ruhm; die Glorie
    • Ehre [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ruhm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Glorie [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor glorie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ehre glorie aanzien; achting; eer; eergevoel; eigenwaarde; ere; faam; naam; niveau; reputatie; roep; trots; zelfrespect
Glorie glorie
Ruhm glorie befaamdheid; beroemdheid; in de mode zijn; populariteit; roem

Verwante woorden van "glorie":

  • glories

Wiktionary: glorie

glorie
noun
  1. übertragen: besonderer, auffälliger Zustand

Cross Translation:
FromToVia
glorie Ruhm glory — honour and valour
glorie Ruhm; Blendwerk; Verdienst; Berühmtheit; Glorie gloire — La renommée brillante, universelle et durable, l’éclat que les vertus, le mérite, les grandes qualités, les grandes actions ou les grandes œuvres attirer à quelqu’un.
glorie Berühmtheit; Glorie renomméerenom, réputation.
glorie Ansehen; Reputation; Ruf; Renommee; Berühmtheit; Glorie; Fama; Gerücht réputationopinion bonne ou mauvaise au sujet d'une personne ou d’une chose.

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor glorie (Duits) in het Nederlands

Glorie:

Glorie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Glorie (Ehre; Ruhm)
    de glorie
    • glorie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Glorie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glorie Ehre; Glorie; Ruhm

Wiktionary: Glorie


Cross Translation:
FromToVia
Glorie aureool; heiligenkrans; nimbus; stralenkrans auréole — (term, Peinture religieuse catholique) cadre oblong et lumineux dont les peintres entourer un personnage entier et qui est réservé à Dieu et à la Sainte Vierge.
Glorie autoriteit; gezag; prestige; verdienste; glorie; beroemdheid; lof; roem gloire — La renommée brillante, universelle et durable, l’éclat que les vertus, le mérite, les grandes qualités, les grandes actions ou les grandes œuvres attirer à quelqu’un.
Glorie glorie; beroemdheid; lof; roem renomméerenom, réputation.
Glorie faam; reputatie; naam; roep; beroemdheid; vermaardheid; glorie; lof; roem; befaamdheid; mare réputationopinion bonne ou mauvaise au sujet d'une personne ou d’une chose.

Computer vertaling door derden: