Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. afwisseling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afwisseling (Nederlands) in het Duits

afwisseling:

afwisseling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afwisseling (variatie; variëteit; verandering; keuze)
    die Variation; die Abwechslung

Vertaal Matrix voor afwisseling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abwechslung afwisseling; keuze; variatie; variëteit; verandering
Variation afwisseling; keuze; variatie; variëteit; verandering variantie

Wiktionary: afwisseling

afwisseling
noun
  1. Unterbrechung der Eintönigkeit, der Routine, des Üblichen

Computer vertaling door derden: